Publicatie in de Annals of Occupational Hygiene over Hazard Banding

29 september 2016

In de Annals of Occupational Hygiene heb ik, in samenwerking met de Universiteit Maastricht en het bedrijf Solvay, een aanpak beschreven om het rangordenen van chemische stoffen in groepen van toenemend gevaar, het zogenaamde Hazard Banding, te ontleden en te vergelijken met de gezondheidskundige grenswaardes.

De publicatie is nu al gratis te downloaden als PDF.

Doel van de publicatie is om, samen met de ontwerpers van Hazard Banding instrumenten en bijvoorbeeld in IOHA verband, het woud aan Tier 0/1 tools te gaan saneren.  Het is daarbij ook mogelijk om de huidige rangordening te verbeteren door de relatie met de grenswaarde verder te optimaliseren.

Dit optimaliseren zou ook nuttig zijn voor het stapsgewijs vaststellen van grenswaarden (McKernan 2015), de DOHSBase “kick-off” waarden (Scheffers & Wieling, NVvA Nieuws 2005 & 2014), de “classification based risk management measures” (ECHA table E.3-1, 2016) en als zodanig binnen het “Global OELV Landscape” (Deveau, 2015).   

Nadere Toelichting

Hazard banding (HB) is het ordenen van chemische stoffen over banden van toenemend gevaar op basis van de gezondheidsclassificaties via het United Nations Global Harmonized System (UN GHS) of onze Europese variant  (EU CLP). In navolging van COSHH Essentials, die hier eind jaren 90 de aanzet voor heeft gegeven met de toenmalige R-zinnen, zijn in diverse landen Tier 0/1 simpele beoordelingsmodellen ontwikkeld met een zogenaamde Hazard Banding engine onder de motorkap. Zoals Stoffenmanager-Risicoprioritering, einfaches Maßnahmenkonzept Gefahrstoffe (BAuA-EMKG), IFA-Spaltenmodell (DGUV), ILO Toolkit (WHO) en de Franse Seirich (INRS) en Chemhyss (ITGA). Ook in grote bedrijven zijn dit soort HB-engines ontwikkeld zoals bij Solvay, Saint Gobain en een van mijn vorige werkgevers.

Mede omdat er inmiddels van zo’n 120.000 stoffen classificaties vrij beschikbaar zijn gekomen via de ECHA (tegen zo’n 6000 stoffen met een grenswaarde) neemt de populariteit van deze aanpak sterk toe. Als eerste zeef om stoffen met een potentieel hoog werkplekatmosfeer risico te identificeren, alvorens hogere Tier beoordelingen of CEN 689 metingen te gaan uitvoeren.

Deze HB-engines verschillen echter onderling sterk in de wijze waarop ze gezondheidsclassificaties ordenen in mate van toenemend gevaar. De reden hiervoor lijkt eerder samen te hangen met de subjectieve beoordeling van gezondheidsgevaar (is kanker nu erger dan acute toxiciteit?) dan met de relatie tot de grenswaarde die het bij ontbreken probeert te vervangen. Daarnaast lijkt het er op dat het gebruik van specifieke tools eerder gekoppeld is aan institutionele binding of de druk van een nationale overheid.

Samen met Gerard van Breukelen, hoogleraar Methodologie en statistiek van de Universiteit van Maastricht en Toxicologen en arbeidshygiënisten van het bedrijf Solvay hebben we een transparante methode ontwikkeld en getoetst om de verschillen en de prestaties van de HB-engines in kaart te brengen. Het belang van het bedrijf was hierbij dat ze op locaties in verschillende landen steeds werd geconfronteerd met een andere tool wat leidde tot soms grote verschillen in voorgestelde beheersmaatregelen en een uniforme beoordeling wereldwijd in de weg stond.  

Door: Theo Scheffers

Terug naar overzicht