José Jakobs, beste spreker symposium NVvA 2025
“Ik heb een fysiotherapeut gevraagd de oefeningen om de houdingstabiliteit van de rug te versterken zo onopvallend mogelijk te maken zodat ze acceptabel zijn voor de chauffeurs. Je kunt ze gewoon vanaf de stoel doen. Doen jullie mee?” Deze enthousiaste uitnodiging van José Jakobs kon de zaal niet afslaan. Het moet voor José een interessant gezicht zijn geweest: een zaal vol arbeidshygiënisten aan het stoelfitnessen. Het leverde haar aan het eind van het symposium de titel ‘beste spreker’ op.

De workshop van José ging over een praktijkcasus: het uitvoeren van een verdiepende RI&E lichaamstrillingen voor een bedrijf waar medewerkers grondstoffen en producten verplaatsen met diverse voertuigen, maar vooral met vorkheftrucks en shovels. Hoe pak je dat aan? Ze raadpleegde meerdere bronnen zoals de ergonomiesite, AI-36 Trillingen en de NEN-ISO 2631-1. De multidisciplinaire richtlijn ‘Vermindering van blootstelling aan lichaamstrillingen om rugklachten te voorkomen’ (hierna MD richtlijn) werd uiteindelijk de leidraad waarmee ze haar onderzoek uitvoerde.
De aanpak bestond uit vier stappen:
Stap 1: Inventariseren van de voertuigen
Wat voor type voertuig, wat voor banden, over wat voor ondergrond rijden ze, wat is de rijsnelheid, etc. Volgens de MD richtlijn wordt blootstelling vanaf een duur van één uur geïnventariseerd.
Stap 2: Inschatten blootstelling trillingen
José verzamelde gegevens van de fabrikanten en databases en schatte het trillingsniveau in met de Vibration calculator
Stap 3: Metingen uitvoeren
José deed metingen om de Root-Mean-Square (RMS) te bepalen, te bepalen of er ook sprake was van schokken (crestfactor) en te bepalen of de actie- en/of grenswaardes werden overschreden.
Stap 4: Maatregelen nemen met de STOP-strategie
De belangrijkste conclusies na de metingen waren dat de crestfactor overal lager was dan 9, en dat weliswaar de actiewaarde bij 6 van de 20 metingen werd overschreden, maar dat de grenswaarde nergens werd bereikt.
Maatregelen die de organisatie gaat treffen volgens de STOP-strategie zijn:

Eén van de maatregelen die na het onderzoek zijn getroffen is een proef met ergonomische stoelen. De chauffeurs kregen voorlichting over hoe zij de stoel optimaal voor het eigen lichaam konden instellen. Bij de keuze van de stoelen werd goed gelet op de SEAT factor (Seat Effective Amplitude Transmissibility). Voor schokabsorptie moet deze lager zijn dan 1. Boven de waarde van 1 versterkt hij juist het trillen en schokken.
Alles staat en valt met gedrag, in dit geval: rij- en werkgedrag. José maakte een aantal filmpjes van ongezond rijgedrag. We zagen onder andere een shovel een ‘aanloopje’ nemen door heel hard op een berg grondstoffen af te rijden zodat hij er hard inklapte met de schepbak. Grappig om naar te kijken, maar natuurlijk minder goed voor de rug van de chauffeur. José gebruikte de filmpjes als ‘spiegel’ voor management en chauffeurs om hen bewuster te maken van het effect van rij- werkgedrag.
Op drie punten gaf de multidisciplinaire richtlijn José onvoldoende houvast om de verdiepende RI&E uit te voeren:
1/ De ergonomische stoel. De MDrichtlijn benadrukt het belang van een goed geselecteerde stoel voor het betreffende voertuig én de juiste afstelling ervan. In de praktijk blijkt echter dat medewerkers ergonomisch geveerde stoelen met bijvoorbeeld 13 verstelmogelijkheden vaak niet correct instellen op basis van hun lichaamsbouw en gewicht. Hierdoor gaat het ergonomisch voordeel (grotendeels) verloren.
Het is van belang medewerkers te voorzien van een korte instructie of een persoonlijke instelsessie bij levering van de stoel (m.n. benadrukken het van de relevantie van een rechte zithouding, voldoende bovenbeenondersteuning en juiste instelling op het lichaamsgewicht). Dit helpt hen de stoel correct af te stellen en voorkomt verkeerd gebruik op de lange termijn.
2/ PAGO (Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek). Voor het in kaart brengen van potentiële gezondheidseffecten van blootstelling aan lichaamstrillingen kan gebruik gemaakt worden van een vragenlijst, de VIBRISKS Questionnaire, die in een Europees multicenteronderzoek is ontwikkeld en gebruikt. Voor het in kaart brengen van mogelijke gezondheidseffecten door blootstelling aan lichaamstrillingen is lichamelijk onderzoek door de (bedrijfs)arts in principe niet vereist. Bij individuele spreekuurcontacten of in het kader van een Periodiek Medisch Onderzoek (PMO) kan lichamelijk onderzoek echter wel worden uitgevoerd, bijvoorbeeld omdat de cliënt dit verwacht of omdat het aanvullende informatie kan geven over eventuele lichamelijke beperkingen.
Er is in samenwerking met verschillende fysiotherapeuten gekeken naar de toepasbaarheid van de Functional Movement Screen (FMS), een test ontwikkeld door Gray Cook en Lee Burton. Deze test is bedoeld om beperkingen in stabiliteit, kracht en lenigheid te signaleren in relatie tot fysieke activiteiten of sportbeoefening. Hoewel de FMS waardevolle inzichten kan geven, blijkt deze te beperkt voor gebruik binnen een PAGO gericht op blootstelling aan lichaamstrillingen. Er zouden meerdere en meer specifieke lichamelijke functietesten nodig zijn om een compleet beeld te verkrijgen. Dit maakt het onderwerp interessant voor verder onderzoek naar geschikte screeningsinstrumenten in deze context.
3/ Lichaamsoefeningen. In de multidisciplinaire richtlijn wordt het belang genoemd van lichaamsoefeningen om de rug te versterken: ” Gerichte oefeningen kunnen houdingsstabiliteit na trillingsblootstelling verbeteren en daarmee mogelijk ook de gezondheid van chauffeurs na blootstelling verbeteren”. Maar welke lichaamsoefeningen wordt niet vermeld. José vroeg een fysiotherapeut om oefeningen op te stellen voor de chauffeurs die aansluiten bij deze doelgroep. Dat betekent: de oefeningen moeten onopvallend kunnen worden uitgevoerd.
Aan het eind van het project vroeg José de klant hoe het proces was ervaren en welke inzichten en resultaten het voor de klant heeft opgeleverd. De klant was blij dat de grenswaarde niet was overschreden. Voor de voertuigen die boven de actiewaarde kwamen is gekeken naar verbeterde rijroutes en onderzoek naar verbeterde wijze transport (geveerde vooras), betere stoelvering en taakroulatie om de trillingenbelasting te verminderen.
De klant had nieuw inzicht gekregen in de rijstijlen en wil de chauffeurs blijven wijzen op het effect van een goede rijsnelheid, rij- en werkgedrag, zithouding en het belang van lichaamsoefeningen voor het verbeteren van de houdingsstabiliteit. De klant gaat onderzoeken of de PAGO trillingen gerichter kan worden uitgevoerd en gaat aanvullende metingen doen en/of een analyse van de werkduur van de chauffeurs uitvoeren.
Na afloop van de workshop vroeg de redactie aan José waarom ze graag deze praktijkcasus met haar vakgenoten wilde delen. José: “Het delen van deze praktijkcasus was in eerste instantie bedoeld om de zichtbaarheid van onze organisatie te vergroten – een verzoek van mijn leidinggevende. Nu ik ben uitgeroepen tot beste spreker van het symposium, durf ik wel te zeggen dat dat gelukt is. 😊 Tegelijkertijd vond ik het vooral waardevol om vakgenoten te laten zien hoe effectief een pragmatische, verdiepende RI&E in de praktijk kan zijn — zeker nu de klant zo tevreden terugblikt op zowel de aanpak als de uitvoering.”