Als uit de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) blijkt dat medewerkers risico’s lopen door blootstelling aan gevaarlijke stoffen, is het noodzakelijk om maatregelen te nemen. Dit moet gebeuren volgens de zogeheten arbeidshygiënische strategie.
Voordat gekeken wordt naar maatregelen is het belangrijk om een goed beeld te krijgen van de specifieke risico’s. Vaak worden aanvullende metingen gedaan om de precieze risico’s in kaart te brengen en te bepalen wie, wanneer en hoe lang aan bepaalde stoffen wordt blootgesteld. Zie ook blootstellingsmetingen.
Om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen, volg je de arbeidshygiënische strategie. Deze bestaat uit vier niveaus. Dit is niet vrijblijvend: alleen als maatregelen van een hoger niveau redelijkerwijs niet haalbaar zijn of onvoldoende resultaat bieden, mag een niveau worden afgedaald.
- Substitutie
Vervang gevaarlijke stoffen door veiligere alternatieven. Hieronder valt het vervangen van een schadelijke stof door een veiliger alternatief (bijvoorbeeld verf op waterbasis in plaats van oplosmiddel houdende verf, of poeders die al zijn opgelost in plaats van poeders in stofvorm). Is vervanging niet mogelijk of niet doeltreffend genoeg? Kijk dan naar technische maatregelen. - Technische maatregelen
Veel technieken verminderen de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Bijvoorbeeld door afscherming van de bron of een schonere technologie, of het toepassen van (plaatselijke) afzuiging en ventilatie. Bieden technische maatregelen geen of onvoldoende bescherming? Kijk dan naar organisatorische maatregelen. - Organisatorische maatregelen
Organisatorische maatregelen zorgen ervoor dat minder mensen minder lang worden blootgesteld aan een stof. Bijvoorbeeld door andere werkmethoden, taakroulatie, het gebruik van overdrukcabines of gescheiden bedien- of werkruimtes. - Persoonlijke berschermingsmiddelen
Pas als bovenstaande maatregelen onvoldoende resultaat opleveren, wordt overgegaan op persoonlijke beschermingsmiddelen voor de werknemers die (kunnen) worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Denk aan een gelaatsmasker of het gebruik van handschoenen. Werknemers mogen de persoonlijke beschermingsmiddelen niet blijvend dragen. Beperk de duur tot wat strikt nodig is.
STOP-strategie
De arbeidshygiënische strategie wordt ook wel de STOP-strategie genoemd. Dit staat voor Substitutie (niveau 1), Technische maatregelen (niveau 2), Organisatorische maatregelen (niveau 3) en Persoonlijke beschermingsmiddelen (niveau 4).
Uitzondering CMR-stoffen
CMR staat voor carcinogeen (kankerverwekkend), mutageen (kan het DNA veranderen) en reprotoxisch (gevaarlijk voor de voortplanting). Voor CMR-stoffen geldt dat alleen als het bovenliggende niveau technisch niet haalbaar is, een stap mag worden afgedaald in de hiërarchie. Het “redelijkerwijs”-principe geldt niet voor CMR-stoffen. Economische argumenten mogen dus niet worden meegewogen.
Wetgeving
De arbeidshygiënische strategie is wettelijk voorgeschreven in het Arbeidsomstandighedenbesluit. In hoofdstuk 4, afdeling 1 wordt ingegaan op gevaarlijke stoffen. Artikel 4.4 beschrijft de arbeidshygiënische strategie. In afdeling 2 van hoofdstuk 4 worden specifiek de eisen genoemd voor kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen.
In de publicatie Hoe werkt de arbeidshygiënische strategie van de Nederlandse Arbeidsinspectie wordt de arbeidshygiënische strategie uitgelegd.