Blootstellingsbeoordeling gevaarlijke stoffen: Uitdagingen en oplossingen

Auteur: Wendy Tijssen

De blootstellingsbeoordeling gevaarlijke stoffen. Een uitdaging voor veel bedrijven. Tijdens diverse sessies op het NVvA-symposium kwamen enkele van deze uitdagingen en gelukkig ook oplossingen naar voren.

Het veiligheidsinformatieblad

Allereerst heb je informatie nodig over de stoffen die werknemers gebruiken. Het veiligheidsinformatieblad (VIB) is daar een belangrijke bron voor. Echter, de kwaliteit van de informatie op het VIB laat vaak te wensen over. Huib arts vertelde hierover naar aanleiding van een uitgebreid onderzoek dat Arboplaats uitvoerde in opdracht van SUSAG / OnderhoudNL waarbij zij meer dan 6000 VIB’s analyseerden bij 58 schildersbedrijven.

Huib Arts

Eén van hun bevindingen is dat oplosmiddel houdende verven volgens het etiket en het VIB vaak niet als schadelijk ingedeeld zijn, terwijl de verven wel oplosmiddelen bevatten boven de concentratie limiet voor indeling. “Een schilder kijkt naar het etiket en denkt dan: deze verf is niet schadelijk, dus ik mag er in een binnenruimte mee werken en ik hoef geen maatregelen te nemen,” aldus Huib. Arboplaats pleit o.a. voor onafhankelijke beoordeling van de kwaliteit van VIBs en validatie van software waarmee VIBs worden gemaakt.

Schadelijke Stoffen Assistent: branche-oplossing bouw en infra

Als het toch gelukt is om informatie over de stoffen te verkrijgen is het voor veel bedrijven een uitdaging om een stoffeninventarisatie uit te voeren. De Schadelijke Stoffen Assistent biedt hier uitkomst. Volandis ontwikkelde samen met Chemrade een branche-oplossing voor de bouw- en infrasector. De sector kent een grote diversiteit aan bedrijven, taken en producten / stoffen. Daan Huizer en Johan Timmerman vertelden dat zij de bedrijven ontzorgen door hen de Schadelijke Stoffen Assistent gratis aan te bieden. Na uploaden van VIBs door bedrijven neemt Chemrade de relevante informatie van de VIBs over in de Schadelijke Stoffen Assistent. De gegevens van producten zijn vervolgens beschikbaar voor andere bedrijven in de branche. Volandis en Chemrade ontwikkelen momenteel een methode om bedrijven ook te ontzorgen bij de blootstellingsbeoordeling.

Johan Timmerman

Leidraad grenswaarden

Voor de blootstellingsbeoordeling is het noodzakelijk dat er voor alle stoffen waar werknemers aan kunnen worden blootgesteld, grenswaarden zijn vastgesteld. Vaak zijn er geen wettelijke grenswaarden vastgesteld en moeten private grenswaarden worden bepaald. De eerdere SER-leidraad hiervoor is verouderd. Jolanda Willems en Theo Scheffers peilden de behoefte van AH aan herziening van deze leidraad. Die behoefte bleek er te zijn. De algemene consensus is dat de leidraad helderheid moet verschaffen over de kwaliteit van diverse grenswaardebronnen. Theo presenteert een voorgestelde hiërarchie. Wordt vervolgd.

Sensoren en PAS-metingen

Vaak is toetsen van blootstelling aan de grenswaarde niet voldoende. Inzicht is dan nodig in bronnen van verhoogde blootstelling, zodat gerichte beheersmaatregelen genomen kunnen worden. Daar bieden sensoren uitkomst. Zo vertelde Hasnae Ben Jeddi (TNO) over het kiezen van de meest geschikte sensor voor het meten van deeltjes. Ze vergeleek de meetresultaten van ‘high end’ sensoren met die van goedkopere sensoren bij metingen van respirabel stof tijdens schuurwerkzaamheden in een testkamer waar hout werd bewerkt. Er komt binnenkort een leidraad “Deeltjessensoren op de werkplek”, ontwikkeld door TNO, NLA en SZW.

Hasnae Ben Jeddi

Saskia Vermij (Westlake) gebruikte PAS-metingen in combinatie met sensoren om de bron van verhoogde achtergrondblootstelling in de fabriek te achterhalen. Ze liet operators overal metingen uitvoeren met een stofmeter met datalog functie, gecombineerd met een registratie van hun taken en de procescondities gedurende de metingen. Aan de hand daarvan ontdekten zij dat een stofkering en puntafzuiging niet optimaal functioneerden. Deze zijn daarop aangepast.

Als een echte arbeidshygiënische detective loste Saskia nog een ander mysterie op: met behulp van een PID-meter en PAS-metingen met een actief koolbuisje achterhaalde ze de taak waarbij operators een verhoogde blootstelling hadden aan een bepaalde stof. Deze taak hoefde niet meer te worden uitgevoerd, maar niet iedereen wist dat. Alle operators werden hier opnieuw van op de hoogte gesteld en daarmee was ook deze verhoogde blootstelling verholpen. Mooie praktijkcasussen!

Saskia Vermij

Dieselmotoremissie: substitutie als technisch mogelijk

Een andere manier van beheersing van blootstelling is de bronmaatregel, de ‘S’ uit de STOP-strategie, vervanging. Jeroen Terwoert en Rimke Kerkhoff (NLA) vertelden over DME. De grenswaarde is 10 µg/m3. Dit is geen veilige grenswaarde, er is immers geen veilige drempelwaarde voor DME. Omdat DME is ingedeeld als kankerverwekkend moeten diesel aangedreven machines en voertuigen vervangen worden als dit technisch mogelijk is, óók als deze uitsluitend buiten worden gebruikt. Als gebruik toch wordt voortgezet dan moet dit worden onderbouwd. Er zijn inmiddels diverse alternatieven voor dieselaandrijving: denk aan elektrisch, aardgas of waterstof. Bezoek van de NLA helpt vaak om bedrijven tot actie aan te zetten. De NLA biedt informatie om bedrijven hierbij te helpen.

Jeroen Terwoert

Verantwoordelijkheid arbeidshygiënist

Al met al genoeg uitdagingen en oplossingen als het gaat om beoordelen en beheersen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Het is aan de AH om hier kennis in te brengen, wijs om te gaan met de beschikbare informatie en op zoek te gaan naar ontbrekende informatie. Want daarin hebben zowel de AH als de werkgever een verantwoordelijkheid. Als een werkgever niet alle informatie geeft moet de AH op “andere deuren kloppen” om toch aan die informatie te komen. Ook als de werkgever het advies van de AH niet opvolgt kan de AH niet simpelweg passief blijven. “Spreek de OR aan of meld het bij de NLA,” aldus key note speakers Mr. Olivier van Hellenberg Huban en Mr. Huib Lebbing.