Werkplekonderzoek

Professional,Delivery,Guy,Pushing,A,Hand,Truck,Loaded,With,Packages,

Een van de werkzaamheden van een arbeidshygiënist is het uitvoeren van werkplekonderzoek. Een werkplekonderzoek is een systematische beoordeling van de werkplek met als doel gezondheidsrisico’s voor medewerkers te identificeren en te verminderen. Dit onderzoek kan zich richten op verschillende aspecten, zoals ergonomie, gevaarlijke stoffen of fysische factoren (bijvoorbeeld geluid, licht en binnenklimaat).

Waarom een werkplekonderzoek?

De aanleiding voor het uitvoeren van een werkplekonderzoek (ook wel WPO) kan bijvoorbeeld een vraag zijn vanuit een werknemer, vanuit een organisatie of op basis van wijzigingen in wetgeving. Bij voorkeur gebeurt dit uiteraard preventief. Maar ook als een werknemer ziek is of een aandoening heeft, al dan niet werkgerelateerd, kan werkplekonderzoek worden uitgevoerd om te bekijken of er aanpassingen mogelijk zijn, zodat iemand weer (gedeeltelijk) aan het werk kan. Als de gezondheidsklachten (mogelijk) werkgerelateerd zijn, kan werkplekonderzoek nuttig zijn om ook risico’s voor collega’s in kaart te brengen. Dan kunnen er preventief maatregelen worden genomen.

Arbeidshygiënisten combineren hun kennis over wet- en regelgeving, met beschikbare praktische en wetenschappelijke informatie over mogelijke knelpunten en oplossingen. Op die manier kunnen ze adviseren over mogelijkheden om de werkplek te verbeteren. Daarmee ontstaat een gezonde werkomgeving voor alle werknemers.

Hoe verloopt een werkplekonderzoek?

Een werkplekonderzoek kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, maar start eigenlijk altijd met het verzamelen van informatie, door:

  • Gesprekken met medewerkers: om te begrijpen of ze klachten of problemen ervaren met betrekking tot hun werk(plek) en om de werkzaamheden in kaart te brengen.
  • Observaties: tijdens werkzaamheden om te zien of er risico’s of ongemakken zijn die niet direct gemeld worden.
  • Beoordelen van documenten: zoals het bestaande beleid, eerdere werkplekonderzoeken en eventuele incidentrapporten en periodieke arbeidsgezondheidskundige onderzoeken (PAGO’s) om achtergrondinformatie te verkrijgen.

Samengevat bestaat deze eerste fase van het werkplekonderzoek uit het identificeren van gevaren, verzamelen van (achtergrond)informatie en het in kaart brengen van werkplekfactoren. Soms is daarmee al voldoende duidelijk of er aanknopingspunten zijn voor verbeteringen. In andere gevallen is verder onderzoek nodig om het risico in te kunnen schatten door onder andere toetsing aan normen of vergelijking met goede praktijken zoals beschreven in Arbocatalogi.

Advies aanpassingen werkplek

Na het werkplekonderzoek wordt een rapport opgesteld met aanbevelingen voor verbeteringen of vervolgonderzoek. Deze aanbevelingen kunnen betrekking hebben op aanpassingen van de werkplek, het aanpassen van werkprocessen, het aanbieden van specifieke beheersmaatregelen of hulpmiddelen of training om de gezondheid en veiligheid van medewerkers te bevorderen. Vervolgonderzoek kan bestaan uit het uitvoeren van een nadere risicobeoordeling door schattingen (met tools, modellen) of metingen.